De eerste stap in het installatieproces is de selectie van een optimale locatie voor de uit te voeren flowmeting.Om dit effectief te kunnen doen, is een basiskennis van het leidingsysteem en de leidingen ervan vereist.
Een optimale locatie wordt gedefinieerd als:
Een leidingsysteem dat tijdens het meten volledig gevuld is met vloeistof.
Tijdens een procescyclus kan de leiding volledig leeg raken, waardoor er een foutcode op de debietmeter wordt weergegeven terwijl de leiding leeg is.Foutcodes verdwijnen automatisch zodra de leiding opnieuw gevuld is met vloeistof.Het wordt niet aanbevolen om de transducers te monteren op een plek waar de leiding gedeeltelijk gevuld kan raken.Gedeeltelijk gevulde leidingen veroorzaken een foutieve en onvoorspelbare werking van de meter.
Een leidingsysteem dat stukken rechte buis bevat, zoals beschreven in de tabel
2.1.De aanbevelingen voor de optimale rechte buisdiameter zijn van toepassing op buizen in zowel horizontale als verticale richting.De rechte runs in Tabel 2.1 zijn van toepassing op vloeistofsnelheden die nominaal 7 FPS [2,2 MPS] zijn.Naarmate de vloeistofsnelheid boven dit nominale tarief toeneemt, neemt de behoefte aan rechte pijpen proportioneel toe.
Monteer de transducers op een plek waar ze tijdens normaal gebruik niet per ongeluk kunnen worden gestoten of verstoord.
Vermijd installaties op naar beneden stromende leidingen, tenzij er voldoende stroomafwaartse druk aanwezig is om cavitaties in de leiding te overwinnen.
Posttijd: 19 juni 2022