Het gebruik van ultrasone flowmeters, inclusief installatie, bediening, onderhoud en voorzorgsmaatregelen:
1. Installatie is belangrijk
Zorg er vóór de installatie voor dat de installatiepositie voldoet aan de vereisten om interferentie door externe trillingen en temperatuurveranderingen te voorkomen.
Houd bij het installeren van de sensor de afstand tussen de sensor en de leiding in overeenstemming met de vereisten om de meetnauwkeurigheid niet te beïnvloeden.
Zorg ervoor dat er geen luchtbellen of onzuiverheden tussen de sensor en de buis zitten, om de ultrasone signaaloverdracht niet te beïnvloeden.
2. Bediening is belangrijk
Zorg er vóór gebruik voor dat het instrument correct is geïnstalleerd en op de voeding is aangesloten.
Stel parameters zoals leidingdiameter, vloeistoftype enz. in volgens de instructiehandleiding van de debietmeter.
Vermijd sterke trillingen of elektromagnetische interferentie bij de debietmeter, om de meetnauwkeurigheid niet te beïnvloeden.
Kalibreer de flowmeter regelmatig om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te garanderen.
3. Onderhoudszaken
Reinig het sensoroppervlak regelmatig om ervoor te zorgen dat het sensor- en leidingoppervlak schoon zijn en om te voorkomen dat vuil de meetnauwkeurigheid beïnvloedt.
Controleer periodiek of de sensor en de verbindingslijn normaal zijn en ontdek en verhelp tijdig fouten.
Zorg ervoor dat u het instrument beschermt tegen zware omstandigheden, zoals hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, enz.
4. Voorzorgsmaatregelen
Vermijd het gebruik van flowmeters in omgevingen met hoge temperaturen, hoge druk of corrosieve vloeistoffen om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Vermijd sterke trillingen of schokken tijdens het gebruik, om de meetnauwkeurigheid niet te beïnvloeden.
Let op de water- en stofbescherming om een normale werking van het apparaat te garanderen.
Vermijd het gelijktijdig gebruik van ultrasone flowmeters met andere elektromagnetische apparatuur of hoogfrequente apparatuur, om het meetsignaal niet te verstoren.
5. Problemen oplossen
Als er abnormale metingen of defecten aan de apparatuur worden geconstateerd, moet het gebruik op tijd worden gestopt en moet contact worden opgenomen met professionals voor onderhoud.
Voer regelmatig een zelfcontrole uit om de normale werking van de apparatuur te garanderen.
Posttijd: 26 februari 2024